7 Tatane 149 (vulgo 20 juli 2022)
Voor de tweede woensdag van Monnikenwerk had ik iets voorbereid over stilstaan als vorm van stilte. Dinsdagmiddag kwam echter het bericht langs dat een zeer gewaardeerd collega-dichter, die ik meerdere keren heb ontmoet was overleden. Hierdoor was ik toch wat van mijn stuk. Vannacht had ik ook nog eens een vreemde droom gehad, waarin ik een gedicht voor hem schreef. Het zou een klankdicht worden en ik ben er zelfs voor opgestaan om een deel hiervan te noteren. Een abc’tje denk je dan.
Toen ik ermee bezig was, bleek het toch niet zo eenvoudig te zijn, Wat ’s nachts helder was, bleek overdag troebel. Ik liep helemaal vast. Na een rondje om het dorp. waarbij ik een smal pad door de moestuinen ontdekte, ging het schrijven een stuk beter. Er kwam zowaar iets zinnigs te staan.
