Moniek – geluid

‘t Zandt zindert in de volle zon als ik op het plein voor de Mariakerk mijn materiaal uitpak. Het is 13-07, de eerste werkdag in stilte vangt aan (zie monnikenwerk.nu).
De mensen zelf zijn zwijgzaam, maar om me heen is het me toch een bak lawaai!
Ik hoor een mix van snerpende steenzagen, oosterse muziek uit een bouwradio en het getiktak van stratenmakers dat om de haverklap wordt doorbroken door het ratelend voorbijrijden van alles dat zich voortbeweegt op reuzenbanden.
Hier wordt versterkt, geboerd en aan de energietransitie gewerkt.
Ieder half uur voegt de losgezongen kerktoren hier de tijd aan toe.
Een robuuste postbode fietst terug uit een zijweg. Zou ze? Ik bedenk, zou ze een boerin zijn met een bijbaan? Zou ze thuis de vlag ondersteboven laten wapperen?
Ik krimp ineen. Niet om die vlag, maar om het woord ‘boer’ dat opeens een fysieke reactie bij me oproept. Dit is zo recent dat het nog geen plek heeft.
De dikke muren van de kerk dempen alles. Het geluid, de temperatuur, de gedachten. We hebben toch boeren nodig, net als energie en bedrijvigheid? En kunstenaars? Ik werk in een ‘open kerk’ en toeristen leiden me af. De eerste dag is vooral installeren en concentreren; dus dat doet er niet toe. Niks doet er nu toe, want ik moet voort. De Mariakerk is meer dan een stokoude kerk; ze is vergevingsgezind. Terwijl ik mijn calvinistische jeugd maar weer eens bezie door mijn kunst - ‘ik mocht vroeger geen kruisje, nu heb ik er lekker meer dan 100’ - opent ze zich voor mij. Mijn moeder Maria (haar dood is onlosmakelijk met deze kerk verbonden), heeft een gezant gestuurd. Met weinig woorden. En veel onuitgesproken begrip. Als ik in de avondzon weer buiten zit valt het me op: op de vogels na is het in ‘t Zandt doodstil.

Geplaatst in Actueel, Moniek.