Leermens – Ik bedacht eens dat poëzie bij uitstek geschikt is, om vage gedachten te formuleren.
Als… dan is het goed opletten om ze waar te nemen. Dat gaat vast het best in de stilte. Stilte die ik door dit project, op deze plek cadeau krijg en waarin het vage zich mogelijk kristalliseert.
Naast schrijven teken ik. Tussen beide uitingen zie ik overeenkomsten. Een gevoel wellicht, of zijn die er daadwerkelijk?
(foto Alfred Oosterman)
Berichten van Rik
Rik – laatste verslag
7 Phalle 149 (vulgo 17 augustus 2022)
Zes woensdagen was ik te gast in het kerkje van Leermens. Als je het mij vraag het mooiste van heel Groningen. Bovendien zijn de bewoners van het dorp heel hartelijk.
In die zes weken heb ik zes gedichten geschreven en nog een halfje van 3 regels. Het was voor mij een heel andere manier van schrijven, die mij achteraf goed is bevallen. Misschien moet ik het meer doen en dat hoeft dan niet per se in een gewijde omgeving.
De laatste twee keren was er veel belangstelling en ik heb leuke gesprekken gehad. Of de kerk en het dorp inspiratiebronnen waren, wilde men weten. Ja, er is wel wat vanuit de omgeving in de gedichten terecht gekomen, al was het maar het half vergane McDonald’s-doosje op de zo verlaten graslaan naar Lutjerijp (een dichter kan alles gebruiken).
Soms als ik even vastzat deed ik een rondje om het dorp. Dat hielp enorm. Bovendien ben ik nu – en daar ben ik vrij zeker van – de niet-dorpsbewoner die het meest om Leermens is gekomen.
Rik – 4e verslag
21 Tatane 149 (vulgo 3 augustus 2022)
Tekenen hoort bij mij, net als het schrijven.
Toen ik me voor dit project opgaf, noemde ik dat een van de redenen om mee te doen was, dat ik wilde onderzoeken wat de overeenkomsten tussen beide uitingsvormen zouden zijn. Ik voelde dat die er waren, kon ze echter niet benoemen.
Is een punt een letter, een lijn een woord? Zo eenvoudig kom je er niet vanaf, sprak ik mezelf toe. Lijkt dan het ondersteboven tekenen op het met een ander perspectief naar het gedicht kijken? Een goed begin en ik begon te schrijven. Moest ik metaforen gebruiken? Dat was vast een goede manier om het uit te leggen. Al doende merkte ik dat het alle kanten op ging – wat ik schreef was misschien een gedicht, maar het ging over iets totaal anders. Daarom besloot ik de beginregels, die nog met het eerste idee te maken hadden, te schrappen. Deze waren:
een lijn zetten en het papier omdraaien
dat is het wel zo ongeveer – net als bij wolkeloos weer
een walvis in de tuin aantreffen
Misschien had ik wel twee gedichten geschreven.
Rik – 7
14 Tatane 149 (vulgo 27 juli 2022)
Het thema van Monnikenwerk is stilte. Hoe meer ik daarover nadenk, des te minder ik weet wat stilte is. Er altijd geluid, er is altijd beweging. Gewoon je mond houden, helpt niet: dan zijn er nog je gedachten. Stilheid, zei een van de bezoekers, zou een beter woord zijn.
Een tijd geleden ben ik begonnen met een serie gedichten over wat ik filmstills, een foto uit een film, ben gaan noemen. Eén plaatje uit een film kun je vergelijken met een gedicht (de film is een verhaal). In deze gedichten is het niet dat ik een frame van een bestaande film beschrijf. Het gaat meer om een moment. Iemand die over het water van een baai kijk. Dat moment… aangevuld met wat hij denkt, een kleine voorgeschiedenis en over wat er daarna mogelijk gebeurt. Meer niet.
In totaal heb ik nu 6 gedichten en nu vind ik dat (vraag me niet waarom) er 8 moeten zijn.
Ik had me voorgenomen om op deze derde woensdag van Monnikenwerk het aantal op 7 te brengen. En zowaar, het is me gelukt. Nu gaat-ie dan de la in, want net als wijn, moet een gedicht rijpen. Al bestaat de kans dat ik later met een fles azijn in mijn handen sta.
Rik – stilstaan
7 Tatane 149 (vulgo 20 juli 2022)
Voor de tweede woensdag van Monnikenwerk had ik iets voorbereid over stilstaan als vorm van stilte. Dinsdagmiddag kwam echter het bericht langs dat een zeer gewaardeerd collega-dichter, die ik meerdere keren heb ontmoet was overleden. Hierdoor was ik toch wat van mijn stuk. Vannacht had ik ook nog eens een vreemde droom gehad, waarin ik een gedicht voor hem schreef. Het zou een klankdicht worden en ik ben er zelfs voor opgestaan om een deel hiervan te noteren. Een abc’tje denk je dan.
Toen ik ermee bezig was, bleek het toch niet zo eenvoudig te zijn, Wat ’s nachts helder was, bleek overdag troebel. Ik liep helemaal vast. Na een rondje om het dorp. waarbij ik een smal pad door de moestuinen ontdekte, ging het schrijven een stuk beter. Er kwam zowaar iets zinnigs te staan.

Rik – eerste dag
29 Gidouille 149 (vulgo 13 juli 2022)
Vandaag was de eerste van de 6 woensdagen in de Donatuskerk in Leermens, om daar in stilte te schrijven. Het was een lange dag, die vanmorgen om 10 uur begon. Ik werd ontvangen door de beide sleutelhouders. We hebben het over de kerk gehad, de weg die om de wierde loopt, over het schrijven en de vele doodlopende wegen die dat soms oplevert.
Een hele dag met gedichten bezigzijn, is niet de manier waarop ik gewend ben te schrijven. De laatste keer dat ik 8 uur achterelkaar bezig was, ligt al weer 7 jaar achter me. Behalve dat er toen gewoon een klus te klaren was, was mijn werkdag gelardeerd met wandelingetjes langs het koffiezetapparaat en al dan niet zinnig overleg met collega’s. Dat heb ik nu niet.
Voor dit project heb ik ideeën, maar de tijdelijke omgeving wil ik graag daarin laten doorwerken. Ik ben gaan zitten, heb mijn riem papier opengevouwen, een pen gepakt en ben begonnen. Eerst wat gewoon bij mij opkwam, maar al snel kwam er een versregel te voorschijn. Na mijn wandeling om Leermens kwam er meer. Door het steeds opnieuw te schrijven lag er om 5 uur een gedicht waar ik tevreden over was.

Rik – voorbereiden
12 Gidouille 149 (vulgo 26 juni 2022)
Over een paar weken ga ik, in het kader van het project Monnikenwerk, in de kerk van Leermens de monnik uithangen.
Op dit moment ben ik me aan het voorbereiden. Ik heb een puntenslijper gekocht en een notitieboekje. Ik heb bedacht welke boeken ik zal meenemen. In ieder geval is dat Het juiste woord van Brouwers. Dat is het wel zo’n beetje. Want als dichter heb je niet zoveel nodig: het meeste gebeurt immers in het hoofd.
Ja en ik heb nagedacht over het thema van dit project: stilte. Want taal en stilte lijken elkaar uit te sluiten. Bovendien bestaat de absolute stilte wel? Er is altijd wel iets te horen, al is het maar iemand die fluistert: Stil hier, hè? (Alsof we dat zelf ziet kunnen horen.) Zou stilte kunnen worden gezien als de afwezigheid van iets? Niet alleen van geluid, maar bijvoorbeeld ook van beweging. Daarover denk ik dan nu na.

