Esther – eerste dag

Bepakt en bezakt vertrok ik 's morgens vroeg uit Lemmer naar Oostrum, nog niet wetende wat de kerkruimte me gaat brengen. Onderweg (het is een uur rijden) kreeg ik een idee: In de geest van de naamgever van de kerk, de heilige St. Nicolaas, ga ik vandaag beginnen met het maken van kleine kadootjes. Ik weet van mezelf dat wachten op inspiratie niet werkt, al doende begint het te stromen.
Klokslag 10 uur zette ik mijn 1e stap in de kerk en werd hartelijk ontvangen door Bernard.

Volgende week zijn de eerste resultaten te zien en mogen liefhebbers ze meenemen.

Marijke – de start

beluister hier podcast 1

Mijn eerste dag in de kerk in Wirdum.
Ik ga bij Monnikenwerk eigenlijk twee uitdagingen aan. In de middag maak ik een podcast aflevering over de stilte, maar waar moet ik dat opnemen in een kerk waar het zo galmt? Uiteindelijk biedt de preekstoel me een goede studio.
In 3 uur tijd een aflevering schrijven, opnemen en afmixen. Dat is een hele uitdaging. En dat is me dan ook niet gelukt, dus dat heb ik thuis nog gedaan.

En toen werd het 16.30, tijd om te eten en me om te kleden. Klokslag 17.00 ga ik met een kloppend hart de kerk binnen. Vanaf nu, tot 20.00 spreek ik niet meer. Ben ik stil.
Gelijk komen er mensen binnen in de kerk. En ik voel een ongemakkelijkheid. Ze weten dat ik niet spreek, want dat heeft Eva, mijn publieksbegeleider verteld.
Maar wat moet ik nu doen, nu ze er zijn? Ik knik ze toe en glimlach. Ik observeer. Ze bekijken de kerk, mij niet. Ze vertrekken weer.
Van 17.30 tot 19.00 zit ik helemaal alleen, op twee bromvliegen na, in de kerk. De bromvliegen zijn stervende. Ik volg het proces. Mijn gedachten gaan. Ik zie dat het nog waait. Ik hoor een grasmaaier. Er is zo veel te zien, zo veel te bedenken, zoveel te zijn in deze stilte, ik geniet er van!

Tot er weer mensen binnenkomen. Dan moet ik me weer verhouden tot de mensen. Of niet? Wat verwachten we eigenlijk van elkaar nu we geen woorden gebruiken. Hoe doe je dat?

Gelukkig zijn er nog 5 woensdagen om dat te onderzoeken. Kom maar op. Mijn angst voor de stilte is helemaal weg, ik ben nieuwsgierig naar de komende Monnikenwerk dagen.

Wout – gronden

Alle voorbereidingen klaar, het gedruis achter me.
Rustig zitten en kijken om de ruimte van de kerk binnen te laten komen.
Dan een verkennende tocht door de kerk, gewaarworden en opnemen.
Verrassend hoeveel meer details zich aan mij aandienen. Meer dan ik aanvankelijk vermoedde.

Opmerkelijk is om te ervaren hoe de bindende tijd als 'monnik' zich verhoudt tot de tijd die ikzelf zou benutten om ter plekke tot m'n werk te komen.
Door dezelfde spanne van tijd te spenderen met andere 'monniken', ook al bevinden zij zich niet op dezelfde plek, ontstaat een gemeenschappelijkheid.
Werk in elkaars voetsporen.

Lisette – opnieuw

Mijn eerste monnikenwerkdag was een verkenning. Geïnspireerd door de mystieke poëzie van Titus Brandsma wilde ik iets uitdrukken van transformatie van lijden. Ik ontdekte mogelijkheden, maar gaandeweg kwam er iets van onbehagen.
Nu, een dag later, heb ik het helder. Mij raakte het gebrek aan stilte, aan eerbied voor de gewijde ruimte. En ik had mij ingevoegd in de drukte, in de activiteiten van de kapel. Voeg ik met mijn werk niet nog meer onrust toe? De ruimte vraagt om stilte, om leegte. Ik ga opnieuw beginnen.

Ra – grip

Welke kleine cadeautjes draag je met je mee in je persoonlijke ‘goody bag’?
Of lijkt je tas wel gevuld met oud ijzer? Hoe krijgen we grip? Tijdens mijn visuele pelgrimsreis tast ik in het duister, op zoek naar een handvat.

Josefien – tuintje

Ik maak een ‘binnentuin’, een plek om tot rust te komen. Dit krijgt de vorm van een tent, een doorzichtige cocon, bewerkt met allerlei plant- en natuurstructuren. Met draad en textielverf maak ik de vormen op het doek. Als ik kijk naar wat er op het doek komt, is het niet echt stil vanbinnen. De wind waait erdoorheen, warrelend en draaiend. Al die drukte is er, en tegelijk kan ik hier in stilte zitten. Het borduren is rustgevend. Dat is inzoomen op een ding en verder alles laten. Het duurt lang en kan maar in kleine stukjes tegelijk. Voor het grote gebaar met verf en naaimachine ga ik thuis in mijn atelier verder. Volgende week woensdag weer afremmen en bijna tot stilstand komen met naald en draad.

Trix – dag 1

Een dag van vooral verkennen, mijn plek in de ruimte vinden om te werken. Ik heb me laten inspireren door het fysieke van kerk en opgang naar de kerk toe. Dit heeft geresulteerd in een aantal rubbings van de weg die we afleggen naar het binnenste van de kerk.

Wilma – dag 1

De torenklok tikt
een enkele vogel is hoorbaar
het zonlicht laat ruit-schaduwen achter.

Het veel te grote orgel is stil
de preekstoel leeg
de tafel gevuld, brood en wijn ontbreken.

De rafeldraden van het laken worden verbonden met het nest in wording
en
buiten vormen de halmen een schuilplaats om de graven
er lijkt een nieuw nest te ontstaan.

De klok tikt door en de schaduwen hebben zich verplaats.

Rolina – sleutel

‘Een sleutel om het kwaad te weren’… merkte een bezoeker op, die de replica van de kerksleutel zag liggen. Het attribuut van de vrouwen in mijn tekeningen….

Louwe – dag 1

De kerk is aan kant, mijn werkplek is ingericht, ik heb een paar gereedschappen mee en geen materiaal, dat moet hier zijn vind ik.
Ik heb een praktische start, opruimen, klaar zetten en voorbereiden, het tempo van de afgelopen dagen stormt nog door mijn lijf.

Ik las gister dat tijdens de beeldenstorm door een pastoor die net als ik Louwe heet het interieur van de kerk van Eenrum bewaard is gebleven. Ik kom niet vaak Louwe’s tegen en dit voelt ergens betekenisvol.
Ik hoop dat ik me ook tegen mijn storm kan behoeden en de komende periode, dat ik de rust en de verstilling kan vinden op deze plek.

Begin met iets vertrouwds,
vind een materiaal en begin met iets vertrouwds.

Op zoek naar materiaal buiten krijg ik enorme drang om de graven buiten schoon te maken, het oude blad en gras er af en netjes de randjes uitsteken.
Wat een heerlijke vertrouwde handeling, maar een zonder richting. ik probeer 't van me af te zetten en zoek verder.

Ik teken wat.
Ik maak toch een grafsteen buiten schoon en de rommel probeer ik in een mal te krijgen.

En dan onder onder de preekstoel vind ik in een wonderschoon bakje de stompjes van krijtjes,
voor poeder heb ik gereedschap mee.
Ik vermaal de restjes krijt en begin met iets vertrouwds.